Smits bij Premtime

woensdag 8 juni 2011 - Vanmorgen werd ik gebeld of ik wilde aanschuiven bij Prem Radhakishun in verband met het vertrek uit Rotterdam van Ronald Sorensen. Leek mij leuk.

Op de bekende Prem-manier werd Sorensen uitgezwaaid. Hij was mede-oprichter van Leefbaar Rotterdam, jarenlang raadslid, en nu wordt hij senator voor de PVV.

Mijn bijdrage bestond uit het aangeven van wat Leefbaar Rotterdam had bereikt. Ik kon melden dat Leefbaar Rotterdam, net als de SP, in Rotterdam in meer dan de helft van de stembureaus de stemmen haalt. En dus een echte volkspartij is geworden, wat de PvdA bijvoorbeeld niet is in Rotterdam.

Verder kon ik wat vertellen over het verschil tussen Leefbaar Rotterdam en de PVV wat betreft de achtergrond van de kiezers. Dat was even lastig, want ik wist dat als ik over "correlatie" zou beginnen, Prem gelijk zou gaan doorvragen, wat de helderheid niet zou vergroten. Dus zei ik iets over dat de kiezers van de PVV tweederde uit niet-westerse allochtonen bestaan, en die van Leefbaar voor 1/3. Terwijl de PvdA een echte allochtonen-partij is. Niet helemaal correct, of zelfs wiskundig helemaal niet, maar voor de begripsvorming leek het beeld mij adequaat.

Hoe zit het precies? Men neme alle uitslagen van alle stembureaus van de gemeenteraads- en Tweede Kamerverkiezingen van 2010. Men groepere alle stembureaus per buurt, aan de hand van buurtlijsten van de gemeente. Men bepale het percentage stemmen per buurt per partij. Men neme de CBS-data van die buurt erbij voor aantal niet-westerse allochtonen.

Daarna kan de correlatie van die 70 buurten worden bepaald. De statistische samenhang.

"0" betekent dat er geen verband is. "-1" betekent een volkomen negatief verband. En "1" een volkomen positief verband.

In dit geval: de PvdA is een allochtonenpartij, omdat het verband tussen kiezersbuurt en woonbuurt van niet-westerse allochtonen bijna 1 is. Leefbaar Rotterdam is daarentegen niet een "witte-mensen"-partij. Het verband is maar -0,6. Op grond van de algemene houding in de media zou je -0,95 verwachten. Bij de PVV is het nog sterker: het verband is maar -0,3. VVD en CDA komen er bij de kiezersgunst van de niet-westerse allochtoon veel slechter vanaf.

VVD en CDA staan in het rijtje om te laten zien dat de verschuiving en vermindering van stembureaus en het verschil in actualiteit tussen de raadsverkiezingen van maart en de kamerverkiezingen van juni niet echt een rol speelt.

Wie een betere populaire uitleg heeft voor dit fenomeen, laat het even weten.

Categorie: NatioEuro